woensdag 25 februari 2015

Welke factoren zijn bepalend of je goed of slecht vangt?

Als visser weten we allemaal dat de vissen niet iedere dag even goed bijten.
Het is niet gemakkelijk om op voorhand te voorspellen of ze gaan bijten of niet.
Bovendien verschilt het bijtgedrag ook nog eens van viswater tot viswater.
De laatste jaren hebben we het wat bijgehouden op ons viswater (de Spaenjerdplas).

Welke factoren speelden een grote rol wanneer de vissen slecht beten?
De wind is de belangrijkste factor: 
Vooral een wind uit het N, NO, O of ZO is niet zo goed voor te vissen.
Een licht briesje uit ZW, W en NW is het beste.
Ook als de wind gedurende de visdag snel van richting draait, geeft dit meestal een slechter vangstresultaat.
Wil je weten welke wind er precies staat en wat de verwachtingen zijn, kijk dan op de volgende link: wind Spaenjerdplas 

Temperatuur van het viswater:
Een daling van de temperatuur van het viswater geeft meestal slechtere vangstresultaten.
Een temperatuurdaling van het water betekend voor een brasem vaak dat ze een week bijna niets eten. 

Stand van de barometer:
Is de barometerstand heel laag of snel stijgend dan heeft dit vaak slechte gevolgen voor de bijtlust van de vissen. 
Een licht zakkende barometerstand geeft de beste vangstresultaten.
Voor een beeld te krijgen wat de baramoterstand doet, kan je kijken op de volgende link: luchtdruk

Gestalte van de maan:
Ook de stand van de maan heeft een invloed op het eetgedrag van de vissen.
Het laatste kwartier heeft een positieve invloed op de bijtlust van de vissen. Via de volgende link kan je kijken wanneer welke maanstand is : stand van de maan
Als de maan overdag te zien is, samen met de zon dan is het over het algemeen een slechte visdag.

Opkomen of dalen van de waterstand:
De plas staat in verbinding met de grensmaas en is dus onderhevig aan de waterstand van de Maas. Wanneer de Maas fel zakt gaat de vis over het algemeen slechter bijten.
Als het water stijgt heeft dit meestal net betere resultaten.
Via de volgende link kan je kijken wat de waterstand doet: waterstanden

Aanbod natuurlijk voedsel in het water:
In groot openbaar water is er meer natuurlijk voedselaanbod dan je zou denken.
De meeste vissen voeden zich met plankton, dat wij met het blote oog nog niet eens zien.
Vanaf half april tot begin juli is er heel veel plankton in het water aanwezig.
Dit is over het algemeen ook de slechtste tijd voor een hengelaar.
Hoe meer vissen er zijn, hoe sneller de plankton op zal zijn.
Met de opkomst van de zwartbekgrondels gaat misschien ook eerder de plankton op zijn?
Misschien een reden dat de laatste 2 jaren weer veel meer voorn wordt gevangen?

Maar zoals iedere visser weet, zijn er soms uitzonderingen die alle factoren overdonderen.
Zo kan het zijn dat je op een bepaalde dag niet veel vis verwacht omdat er veel factoren niet goed zijn en dat je toch een goede vangst hebt. En andersom kan het natuurlijk ook.