De natuur heeft in ieder geval grote invloed op de bijtlust van de vissen.
Welke factoren spelen een grote rol?
Wind:
Komt de wind uit het noorden of uit het oosten dan is niet zo goed voor te vissen.
ZW-wind en W-wind is normaal gezien de beste wind voor te vissen.
Als de wind zich van richting veranderd tijdens dat je aan het vissen bent, heeft dit meestal ook een negatieve invloed op de vangst.
Stormachtige wind en windstil is ook weer niet goed. Een licht briesje is het beste.
Temperatuur van het viswater:
Bij heel koud water is de vis veel minder actief.
Normale temperaturen zijn het beste.
Een daling van de temperatuur van het viswater geeft meestal slechtere vangstresultaten.
Een temperatuurdaling van het water betekend voor een brasem vaak dat ze een week bijna niets eten.
Stand van de barometer:
Is de barometerstand heel laag of snel stijgend dan heeft dit vaak slechte gevolgen voor de bijtlust van de vissen. Een hoge constante of een licht zakkende barometerstand geeft de beste vangstresultaten.
Helderheid van het water:
Tegenwoordig zijn de viswaters vaak heel helder. Dit heeft een negatief effect op de vissen. Vooral brasem en snoekbaars kunnen niet goed tegen zonlicht. Bewolkt weer is daardoor vaak beter dan heel zonnig weer.
Bij heel helder water zwemmen de vissen vaak samen getroept en zijn er grotere stroken waar zich weinig of geen vis op houdt.
Gestalte van de maan:
Ook de stand van de maan heeft een invloed op het eetgedrag van de vissen.
De nieuwe maan en het eerste kwartier zijn maanstanden die een negatieve invloed hebben op de visvangst.
Het laatste kwartier zou dan weer een positieve invloed moeten hebben op de bijtlust van de vissen. Via de volgende link kan je kijken wanneer welke maanstand is:maanstanden
Als de maan overdag te zien is, samen met de zon dan is het over het algemeen een slechte visdag.
